Datacenter uitbreiding in de praktijk - Technical fact

Hoe we onze datacenters uitbreidden in de praktijk – Technical fact

Aan de hand van onze technical fact reeks geven we je een inkijk in hoe onze technical engineers te werk gaan. Ze staan voor je stil bij problemen die ze tegenkomen in het werkveld, geven een inkijk in onze services en spelen in op hot topics uit de IT-wereld. Dit met als doel jouw en je IT-team te ondersteunen. Lees meer en ontdek alles over de uitbreiding van ons datacenter in functie van onze klant.

Probleemsituatie

Om te kunnen voldoen aan een specifieke situatie van een van onze klanten moesten we de set-up van onze datacenters uitbreiden. Maar Core ICT zou Core ICT niet zijn als we dit niet als een opportuniteit zagen in plaats van een dealbreaker! Dit bood namelijk de perfecte gelegenheid om de huidige setup in onze eigen datacenters te vernieuwen en deze uit te breiden met meer middelen voor de toekomst.

Oplossing Core ICT

Om ervoor te zorgen dat de omgeving van onze klant vlot kon draaien definieerden we in samenspraak met onze klant en met Expertum (zij beheren het SAP-gedeelte) een aantal minimumeisen.

De minimumeisen waren als volgt:

  • Er dienden een 20-tal virtuele productie- en development servers opgezet te worden in twee verschillende datacenters. Elk van deze datacenters diende uitgerust te worden met een fysieke SAP HANA-server geconfigureerd op Lenovo hardware.


Nu, hoe pakten we dit aan in de praktijk? Als eerste geven we meer informatie over de manier waarop we deze omgeving opzetten in onze datacenters en welke hardware we hiervoor gebruikten.

 

Datacenter A

  • Oude setup: De setup bestond uit drie fysieke ESXi servers en een fysieke Nutanix 4-node cluster. Deze hardware draaide reeds een tijdje in ons datacenter en werd vooral gebruikt voor proof-of-concept en testing doeleinden.

  • Nieuwe setup: De nieuwe setup bestaat uit een volledig nieuwe Nutanix 3-node G-8 cluster om onze klantomgevingen op te hosten. De oude Nutanix 4-node cluster wordt gebruikt als NFR (not-for-resale) testomgeving. De oude ESXi servers worden niet langer gebruikt.

Datacenter B

  • Oude setup: In het andere datacenter bestond de setup uit een fysieke Nutanix 3-node G-8 cluster die reeds werd gebruikt voor een aantal van onze klanten.

  • Nieuwe setup: De nieuwe setup bestaat uit de bestaande 3-node G-8 cluster en werd verder uitgebreid met nog drie extra nodes. Hierdoor kunnen we aan alle resource-voorwaarden voldoen voor zowel onze huidige als onze nieuwe en toekomstige klanten.

De back-ups van alle virtuele machines gebeurt door onze eigen Veeam-server. Deze gebruikten we reeds voor zowel de back-ups van onze eigen omgeving als die van enkele van onze klanten.

VM implementatie

Na het opzetten van de IT-omgeving was het tijd om de virtuele machines te installeren en te configureren op de nieuw aangemaakte omgeving. Zoals eerder vermeld moesten we deze VM’s verdelen over twee datacenters. We besloten ze op te splitsen naargelang hun functie.  De productieservers werden in het ene datacenter geplaatst en de developmentservers in het andere.

Om de omgeving DR proof te maken hebben we een AD server in elk datacenter voorzien. Deze servers hebben trouwens ook de DNS rol gekregen. DNS staat voor Domain Name System, wat gebruikt wordt om aan DNS resolutie te doen. DNS resolutie is het proces waarbij een hostnaam vertaald wordt naar het juiste IP-adres.

We creëerden een nieuw domein en voegden hier alle VM’s aan toe.  We stelden de juiste domein users in, tegelijkertijd met de juiste permissies.

Als antivirus besloten we elke VM te voorzien van Sophos, en stelden we de nodige exclusion policies in. Deze exclusion policies werden ingesteld om ervoor te zorgen dat het SAP systeem kon werken, zonder eventuele tussenkomst van de antivirus software.  

Tot slot installeerden we Veeam agents op de SQL VM’s en de SAP HANNA agents op de SAP appliaces.

Engineer-laptop-datacenter uitbreiding
Wil jij je IT-infrastructuur ook onderbrengen in ons datacenter? Neem zeker contact op!

Database-dumps

Onze next step op de lijst was het bepalen en configureren van de storage die nodig was voor de SAP-database-dumps. Deze database-dumps zijn een soort back-up copy van de gehele database. In deze case kozen we ervoor om een externe fysieke Windows server te installeren in het datacenter en hier een SMB-share op te configureren om deze dumps naar weg te schrijven.

Monitoring

Nadat we de datacenter set-up hadden bepaald zouden we de monitoring van de nieuwe IT-omgeving eveneens in ons beheer opnemen. In de praktijk betekent dit dat we een remote probe in de klantomgeving opzetten die communiceert met onze eigen monitoring server. Voor elk device worden sensoren ingesteld die abnormaal gedrag en problemen aan ons monitoringsysteem rapporteren. Dit systeem creëert op zijn beurt een ticket in onze ticketing tool, wat vervolgens verder behandeld wordt door een van onze engineers.

Redundantie

Voor onze klant was het essentieel dat alle belangrijke componenten redundant werden opgezet om zo belangrijke problemen of downtime te voorkomen. Beide Nutanix-clusters werden dus opgezet op een manier dat er altijd een volledige failover kan gebeuren naar de andere kant bij een cluster downtime. Daarnaast maakt onze eigen Veeam-server dagelijks back-ups van de VM’s zodat deze, indien nodig, eenvoudig hersteld kunnen worden.

Conclusie

Aan de hand van deze case gaven we je inzicht in hoe de onboarding van een klantomgeving in onze eigen IT-omgeving gebeurt. Zoals je kon lezen gebeurt dit stap voor stap en in onderling overleg.

Wil je zelf beroep doen op onze IT-diensten of kunnen we je helpen met een ander probleem? Neem dan zeker contact op via onderstaand formulier.  

Wil je meer weten

Over onze aanpak?

Geef ons een seintje...